Financieringsbeleid
Door middel van een liquiditeitsplanning wordt de financieringsbehoefte van de gemeente gedurende een bepaalde periode bepaald: op basis van te verwachten uitgaven en inkomsten wordt een schatting gemaakt van het verwachte verloop van het liquiditeitssaldo.
De financieringsportefeuille bestaat uit:
- opgenomen langlopende leningen
- eigen vermogen welk als financieringsmiddel is ingezet (reserves)
- in beheer gekregen waarborgsommen
Opgenomen langlopende leningen
Het onderstaande overzicht geeft de ontwikkeling aan van langlopende opgenomen leningen.
2018 | |
Stand langlopende leningen per 1 januari 2019 | 10.315 |
Stand Waarborgsommen per 1 januari 2019 | 0 |
Nieuwe leningen | 0 |
Reguliere aflossingen | 422 |
Stand totaal per 31 december | 9.893 |
Uitgezette leningen
De gemeente verstrekt langlopende leningen aan lokale– en regionale instellingen en verenigingen. Basis voor verstrekking is het treasurystatuut.
Het onderstaand overzicht geeft de ontwikkeling aan van langlopende uitgezette leningen.
2018 | |
Stand uitgezette leningen per 1 januari | 6.871 |
Nieuwe leningen | 89 |
Reguliere aflossingen | 186 |
Extra of vervroegde aflossingen | |
Stand totaal per 31 december | 6.774 |
Rentevisie
De renterisico's bij het aantrekken en uitzetten van gelden worden beperkt door de overeengekomen rentepercentages bij de transacties te baseren op de actuele rentestand en de rentevisie. De rentevisie wordt jaarlijks bij de begroting opgesteld en is mede gebaseerd op de rentevisie van onze huisbankier Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De korte rente is in de regel lager dan de lange rente. Op grond van deze veronderstelling is het uitgangspunt om de financieringsbehoefte eerst te dekken met de maximaal toegestane kasgeldlimiet en de resterende behoefte te dekken met langlopende leningen. De gemeente maakt gebruikt van interne financiering. Met deze aanpak wordt getracht de financieringskosten zo laag mogelijk te houden.